3e column van Co
 

"Het heilige paard"

 
Door Co van Liere
 
De automobielindustrie zit in het slop. De fabrikanten en managers van onze “heilige koe” hebben fundamentele vernieuwing jarenlang laten liggen en staan nu met de handpalmen omhoog bij de overheid. Het ontwerp van de automobiel stamt uit de tijd van paard en wagen en is sindsdien niet meer echt gewijzigd. Eigenlijk zou “het heilige paard” een betere benaming zijn dan “de heilige koe”, zeker voor een branche waar men het vermogen nog uitdrukt in paardenkracht in plaats van kilowatt. Met de komst van de reciproke zuigermotor is het rijtuigconcept gepromoveerd tot een warmtewisselaar op wielen. Dat het produkt kan rijden is een toevallige bijkomstigheid en dat het in deze vorm door de samenleving wordt geaccepteerd is iets dat zelfs de ontwerpers dagelijks moet verbazen. Energetisch doen we heel rare dingen in deze wereld, maar Detroit, Rüsselsheim of Stuttgart spannen toch wel de kroon!
 
In een fossiele “well-to-wheel” keten komt ca 80% van de energie uit de oliebron terecht in de benzinetank van de auto. Maar helaas wordt tweederde daarvan direct of indirect omgezet in warmte van de zuigermotor, transmissie en remmen. Daarnaast zijn er stilstandverliezen en ingeschakelde accessoires terwijl ook de energie voor het maken en recyclen van de automobiel moet worden meegenomen. Hierdoor blijft slechts één tiende van de tankinhoud over voor wat we rijden noemen: het overwinnen van rol- en luchtweerstand en de acceleratie. Het ketenrendement is globaal 8%, maar bedenk dat we daarbij voornamelijk staal en glas verplaatsen in plaats van mensen. Het werkelijke ketenrendement is daarom bedroevend laag.
 
Een veelgehoorde misvatting in de transportketen is dat de olieraffinaderij heel inefficiënt zou zijn, maar dat is onjuist. Nee, het probleem zit ‘m voornamelijk in de zuigermotor en de aandrijving. Voor een duurzamere samenleving zal dus een fundamentele ingreep in het concept van de automobiel noodzakelijk zijn. Aha, roept Brussel, dan moeten we dus fossiele brandstoffen vervangen door biobrandstoffen. Een normaal mens wordt groot door vallen en opstaan maar politici door staan en opvallen. De auto van de toekomst komt niet uit Detroit of Wolfsburg maar uit Palo Alto. De bodemplaat is een printplaat, de overbrenging elektromagnetisch, het constructiemateriaal “bio-based” en het vet is niet meer. Hybride voertuigen op basis van groene elektriciteit en met generatorfaciliteiten voor de lange afstand zijn de nabije toekomst. Het leek tot voor kort voorbij te gaan aan beleidsmakers en automakers.
 
Want laten we eens kijken wat een dergelijk politieke uitspraak over de inzet van biobrandstoffen betekent. In een bioraffinaderij verdwijnt hoogwaardige grondstof en er komt hoogwaardige brandstof uit. In die zin is het proces vergelijkbaar met de olieraffinaderij. Maar biomassa is een koolhydraat en in de “crop-to-craft”-keten zit dus een raffinagestap waarin koolhydraat moet worden omgezet in een koolwaterstof. Het rendement van een bioraffinaderij (zelfs in multigeneratiebedrijf) is daardoor heel veel slechter dan dat van een olieraffinaderij. Als we de “crop-to-craft” keten vergelijken met de “well-to-wheel” keten dan zakt het ketenrendement met de helft!
 
In de gehele transportketen is elektrisch vervoer beduidend efficiënter en schoner dan het huidige vervoer maar het probleem is het frequent benodigde contact met de elektriciteitscentrale. De oplossing is even éénvoudig als verbluffend: breng de elektriciteitscentrale maar aan boord. In een seriehybride plug-in automobiel zijn aandrijfas, versnellingsbak, differentieel en andere zware mechanische onderdelen overbodig. Een kleine warmtekracht eenheid zorgt voor elektriciteit en warmte of koude naar behoefte als de (thuis getankte) groene elektriciteit verbruikt is. Die kan een automobiel de eerste 50-70 km aandrijven via elektromotoren in de wielen. Voor langere afstanden kunnen fossiele brandstoffen of desgewenst tweede generatie biobrandstoffen worden aangesproken voor extra benodigde elektriciteit. In noodgevallen kan het systeem thuis dienen als back-up generator bij stroomuitval.
 
Ik weet het, grootschalige elektriciteitscentrales zijn per geproduceerde kWh veel schoner, efficiënter en goedkoper dan een kleine warmtekracht eenheid. De technologische uitdaging van onze samenleving is dan ook om deze kleine eenheden net zo goedkoop, schoon en zuinig te maken als de grote eenheden. Het ketenrendement van onze automobiel kan er tot driemaal beter door worden en dat geeft hoop voor deze industrie in de toekomst. De Japanners zijn de Amerikanen en Europeanen te slim afgeweest en hebben tijdig het concept van de hybrideauto opgepakt. Modellen met een achterwerk lelijker dan de kont van een baviaan veroverden de markt en dat zegt iets over de potentie van het concept. Voor wie het wil zien zijn de contouren van een nieuwe groene industrie zichtbaar en met de Opel Ampera en de Chevy Volt dient zich de dagenraad aan. Nu nog wachten op de Ford Elektron, de Volkwagen Faraday, de Volvo Ohm, de Fiat Tesla en de BMW Watt. Uppssss.............. de BMegaWatt, natuurlijk!
 
download deze column